De kracht van de fokkerij ligt in de samenwerking van de betrokken kuddes. Gezamenlijk zijn zij verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het Groot Heideschaap en fokken zij voor elkaar en met elkaar. Dankzij de evenwichtige systematiek van het fokplan, worden alle beschikbare rammenlijnen bij iedere fokker ingezet en kan elke fokker zelf de goedgekeurde rammen van zijn of haar voorkeur uitkiezen en inzetten. Dit geldt ook voor nieuw toegevoegde kuddes die eerst gebruik maken van de beschikbare fokrammen en later, bij voldoende beschikbare goedgekeurde fokooien, ook rammen voor de gezamenlijke fokkerij leveren.
Zo profiteert elke kudde gelijkelijk van het beste fokmateriaal uit zowel de fokrammen als de fokooien en neemt de gemiddelde kwaliteit van alle betrokkenen toe. Zonder deling geen groei. Of, zoals een van de herders eens zei; ” De kwaliteit wordt niet bepaald door het beste deel van de kudde, maar door de uitgeselecteerde dieren die de kudde verlaten”.
De kuddes worden gehouden binnen verschillende regio’s en vegetaties als woeste gronden, boomopslag, beekwallen, natuurlijk grasland en nabeweiding waarbij de ene keer het sobere karakter wordt getoetst, of het loopvermogen, of de ontwikkeling, groei en bespiering.
In alle gevallen profiteren de kuddes van het Groot Heideschaap direct en indirect van de grote diversiteit en daarmee de totale fokkerij. Vitale dieren binnen een gezonde fokkerij.