fokkerijorganisatie

FGHS

Groot Heideschaap

  • Vereniging FGHS

    • Fokkerijorganisatie

    • Groot Heideschaap

    • Rasbeschrijving

    • Fokplan

    • Bloedlijnen

    • Contact

  • Nieuws

  • Stappen maken

    • Eén stap terug

    • Twee stappen vooruit

  • Inzet

    • Inzet landschapbeheer

    • Goede smaak

  • Kuddes

    • Fortboerderij Dijkzicht

    • Westlandse Schaapskudde

    • Landgoed Herinckhave

    • Schaapskudde De Belhamel

    • Schapengrazerij Bornerbroek

    • Schaapskudde Buinerveen

    • Natuurbegrazing Bannink

    • Scheperij Salland

    • Frank van der Zwaag

CGB

De situatie voor wat betreft de te verwachten inteelt bij selectie voor scrapie bij de Schoonebeeker is zorgelijk. Selectie voor scrapieresistentie leidt tot een toename van inteelt. Deze inteelttoename is geringer bij milde selectie en gebruik van een rammencirkels. Voor instandhouding van het Schoonebeeker ras met een aantal gewenste eigenschappen en met een beperkte inteelt is het van belang om de aanwezige genetische diversiteit zo goed mogelijk te benutten. Het huidige beleid aanhouden is geen oplossing. Binnen het Schoonebeeker ras is het niet eenvoudig om op afzienbare tijd aan de rammenverordening scrapie te voldoen. Binnen de kleine populatie van dieren zijn er maar weinig dieren met ARR allelen aanwezig. Verder is de uitwisseling tussen kuddes op dit moment niet optimaal geregeld, waardoor de verwantschappen binnen en tussen bepaalde kudde’s hoog is. Zelfs voor de drie kuddes in de kleine rammencirkel met milde selectie is de inteelt nog aan de hoge kant. De kuddes buiten de rammencirkel hebben een nog veel hogere inteelt. Deze inteelt kan alleen binnen de perken blijven als er regelmatig uitgewisseld wordt met andere kuddes. Geredeneerd vanuit inteeltrisico’s is het onverantwoord om slechts een deel van de Schoonbeeker kuddes te betrekken in een rammencirkel. Uitbreiding van de rammencirkel naar alle grote kuddes is wenselijk, zelfs zonder selectie voor scrapieresistentie.

Een grote rammencirkel geeft de laagste inteelt. Zeer belangrijk is dat het vertrouwen tussen de herders onderling groot genoeg moet zijn om een rammencirkel op te zetten. Een rammencirkel betekent dat men voor een gedeelte afhankelijk is van de rammen die door een andere kudde kunnen worden aangeleverd, en dus gedeeltelijk de controle uit handen moet geven. Echter met milde selectie en een grote rammencirkel ligt de te verwachten inteelttoename ook nog rond de 0.5%, wat aan de hoge kant is. Beperking van het maximaal aantal nakomelingen per ram is dan ook aan te bevelen, en zal de inteelttoename verder verminderen. Bij de berekeningen is er vanuit gegaan dat rammen tot 40 ooien bevruchten, tenzij er niet genoeg rammen beschikbaar zijn om alle ooien te bevruchten, zoals bijv. bij strenge selectie op treedt. In dat geval kan het aantal ooien per ram oplopen tot maximaal 100. Het aantal van 40 ooien kan verder beperkt worden waardoor de inteelt zal afnemen. Wat betreft het inkruisen van Bentheimers doet dit onderzoek geen aanbeveling voor of tegen. Inkruisen is een mogelijkheid om inteelt te verminderen, het is aan het stamboek om te beslissen of dit voordeel opweegt tegen de nadelen. In dit onderzoek zijn geen gronden gevonden om inkruisen van Bentheimers op voorhand af te wijzen en historisch gezien lijkt een te rigide concentratie op raszuiverheid ook niet te verantwoorden. De overgang tussen Bentheimers en Schoonebeekers is genetisch gezien een glijdende schaal.

Dit onderzoek kan ook geen uitspraak doen welk ras eventueel geschikt is om in te kruisen. Mocht besloten worden tot het inkruisen van Bentheimers of een ander ras dan is een voorwaarde van tenminste één ARR allel aan te bevelen. Verder dienen de dieren ruimschoots goedgekeurd te worden, en voorzichtig ingezet te worden. Het beste kan dit gebeuren via een hulpstamboek, waarin niet raszuivere dieren kunnen worden opgenomen. Hun nakomelingen kunnen dan, mits van voldoende kwaliteit worden opgenomen in het eigenlijke stamboek. Ook moet een, breed gedragen, lange termijn visie ontwikkeld worden, met afspraken over hoe lang welke dieren ingezet gaan worden in welke kuddes.

Aanbevelingen

De volgende aanbevelingen worden meegegeven aan het stamboek

  • voor het volgende dekseizoen een grote rammencirkel organiseren en alle kuddes/herders overtuigen van de noodzaak van een gezamenlijke aanpak
  • wanneer het niet mogelijk blijkt om tot een effectieve rammencirkel te komen en om met andere praktische maatregelen de inteelt te beperken, kan men overwegen verwante rassen gericht en gecontroleerd in te zetten.

Inteelt en genetische diversiteit in het Schoonebeeker schaap – Jack J. Windig et al.

Case study genetisch management in een kleine populatie met sterke selectiedruk – CGN/Stichting DLO, Wageningen april 2006 Rapport 2006/04

--- Schaap NL →